Verklaring.
Hartelijk dank voor uw aanwezigheid. De nu volgende verklaring is opgedeeld in 3 onderdelen;
- Directe aanleiding
- De portefeuillehouder en de wethouder
- Invloed en verantwoordelijkheid
1. Directe aanleiding
De directe aanleiding is het feit dat mijn collega wethouder Knol en in een later stadium ook Slingerland het vertrouwen in mij hebben opgezegd. Mijn werkwijze was voor hen de aanleiding om het vertrouwen in mij op te zeggen. Dit kwam voor mij als een donderslag bij heldere hemel.
2. De portefeuillehouder en de wethouder
Ik ben als wethouder en verantwoordelijk voor de kwaliteit van de dossiers. Dat betekent dat ik volledig op de hoogte moet zijn over de ontwikkelingen en stukken op dit gebied. Alleen dan kan ik komen tot een goed en zorgvuldig onderbouwd college voorstel op basis van feiten. Bij aantreden was het al duidelijk dat er een aantal langslepende risicovolle dossiers liggen. Er is in het dossier de Molenwaard gewerkt met het “ 4- ogen principe”. Mijn ogen en de ogen van de burgemeester.
3. Verantwoordelijkheid
Het verwijt dat ik veel diepgravend onderzoek heb gedaan heeft te maken met mijn verantwoordelijkheid en zorgvuldigheid als wethouder. Onderzoek en zorgvuldigheid kost tijd. Ik werk op basis van inhoud, feiten niet op gevoel. Ik kom dan ook tot de conclusie dat mijn zorgvuldige werkwijze door de overige wethouders wordt geassocieerd met wantrouwen. Ik ben altijd integer te werk gegaan en kan mijzelf recht in de spiegel aankijken.
Door het uitgesproken gebrek aan vertrouwen door de wethouders Knol en Slingerland , en de motie die is ingediend door CU en SGP, waar feiten compleet ontbreken en enkel gebaseerd op beeldvorming, zie ik helaas geen andere keuze dan per direct mijn ontslag in te dienen als wethouder van Zwartewaterland. Ik kan niet vechten tegen beeldvorming. Ik dank mijn fractie dat zij mij altijd hebben gesteund en blijven doen.
Ik blijf samen met de BGZ fractie staan voor een transparant, open en eerlijk Zwartewaterland waar de inwoners op kunnen bouwen.
Het gaat u goed.
Albert Coster